De EPB-regelgeving als kader

Laten we beginnen bij het begin. Ventileren is een essentieel onderdeel van de EPB, zoals die opgelegd wordt door de Vlaamse overheid. Naast oververhitting is ventilatie (ook wel basisventilatie of hygiënische ventilatie genoemd) immers mee bepalend voor het realiseren van een comfortabel en gezond binnenklimaat. De EPB verplicht sinds 2006 de installatie van een ventilatiesysteem voor nieuwbouwprojecten en ingrijpende energetische renovaties.

Hieronder vind je alvast de EPB-eisen voor 2020 en 2021 voor het Vlaamse gewest. Let op: de Vlaamse eisen verschillen van de Brusselse en Waalse. Brussel werkt met een ‘passief norm’. In Wallonië geldt een Ew 45. De Vlaamse EPB-eisen zijn de strengste, waardoor in principe aan de voorwaarden voor de andere gewesten voldaan wordt. Het is de bedoeling dat alle gewesten op termijn evolueren naar een uniforme EPB-regelgeving.

Het minimaal geëiste ontwerpdebiet

Bij het ontwerpen van een ventilatiesysteem staat het bepalen van het debiet per ruimte centraal. De energieprestatieregelgeving eist daarbij een minimaal ontwerpdebiet. Als richtlijn voor de berekening van dat minimaal geëiste ontwerpdebiet wordt de Belgische ventilatienorm NBN D50-001 op basisventilatie van woongebouwen gehanteerd.

De norm is al sinds 1991 van toepassing en duidt aan ‘hoe snel een bepaalde hoeveelheid lucht in een ruimte ververst moet worden’. Ze biedt dus een leidraad voor het vastleggen van de minimale toevoer- en afvoerdebieten die gerespecteerd dienen te worden om woningen optimaal te ventileren. De norm deelt de woning op in 3 ruimtes: leefruimtes, natte ruimtes en doorvoerruimtes. Voor de leef- en de natte ruimtes wordt ook een minimaal debiet en een beperking opgelegd. Doorstroomopeningen (zoals bv. spleten onder deuren) krijgen eveneens een minimale waarde mee.

Het kwaliteitskader ventilatie

De hierboven vermelde minimale ontwerpdebieten volstaan echter niet om een ventilatiesysteem EPB-proof te maken. De EPB stelt immers dat ‘een goed werkend ventilatiesysteem het resultaat is van een goed ontwerp, een goede plaatsing en een degelijk onderhoud.’ Daarom voorziet het in een overkoepelend kwaliteitskader. Deze leidraad koppelt het kwaliteitskader uit de STS-P 73-1 (Technische specificaties voor systemen voor basisventilatie in residentiële toepassingen) aan de EPB-regelgeving.

  • De STS-P specs beschrijven de prestatiecriteria waarvoor eisen kunnen worden gesteld aan het ontwerp, de componenten, de uitvoering, het onderhoud, de documentatie, de meetinstrumenten en de prestatieverslaggeving.
  • De voornaamste EPB-gerelateerde specs voor een ventilatiesysteem zijn terug te vinden op www.epbd.be (zie: tab 4*4). Ze hebben o.a. betrekking op het motortype van de ventilatie-unit (meestal gelijkstroom, wat veel energiezuiniger is dan wisselstroom), het opgenomen vermogen, het thermisch rendement conform de NBN EN308 meetmethodiek (bij systeem D) en een al dan niet aanwezige zomerbypass voor passieve nachtkoeling en auto-regeling/constant flow (beide voordelig voor het E-peil). Ook de hulpenergie ventilatie (energieverbruik van de ventilatoren) en vraagsturingsreductiefactoren kunnen het E-peil positief beïnvloeden.

Meer informatie over het kwaliteitskader vind je op de website van de Vlaamse overheid. Hou er wel altijd rekening mee dat je, als aangifteplichtige, twee documenten moet (laten) opmaken: voor de start van de werkzaamheden een ventilatievoorontwerp en na de werkzaamheden een ventilatieprestatieverslag van het geplaatste ventilatiesysteem. Een ventilatieverslaggever kan je hierbij helpen. Lees er meer over op www.energiesparen.be.

Systeem D, altijd de beste keuze?

Omdat ventileren een impact op het energieverbruik heeft, zal de keuze van het ventilatiesysteem ook de energieprestaties van de woning bepalen. Hoe zwaar die impact is, hangt af van het gekozen systeem, de luchtdichtheid van een gebouw, de kwaliteit van uitvoering en andere factoren. De Belgische ventilatienorm NBN D50-001 onderscheidt vier ventilatiesystemen:

  • Systeem A: natuurlijke toevoer en afvoer
  • Systeem B: mechanische toevoer en natuurlijke afvoer
  • Systeem C: natuurlijke toevoer en mechanische afvoer
  • Systeem D: mechanische toevoer en afvoer

Welk systeem nu het meest aangewezen is, hangt af van verschillende factoren. Veel heeft te maken met hoe de hulpenergie wordt berekend. Sinds de aanpassing van de vereenvoudigde berekening (methode 1) in 2019 kiest men vandaag eerder voor een gedetailleerde berekening o.b.v. het geïnstalleerd elektrisch vermogen (methode 2) of voor een gedetailleerde berekening o.b.v. het ter plaatse gemeten elektrisch vermogen bij de nominale stand (methode 3). Sinds die aanpassing haalt hierdoor zelfs een ventilatiesysteem C met doorgedreven vraagsturing niet meer hetzelfde niveau als een systeem D zonder vraagsturing.

De combinatie van systeem D met voldoende opvoerhoogte, een laag opgenomen vermogen, gemeten in situ, een hoog thermisch rendement, met bypass en constant flow, eventueel nog aangevuld met vraagsturing scoort sowieso altijd beter dan het meest gesofisticeerde vraaggestuurd systeem C.

Voldoet de ComfoAir PRO aan de EPB-eisen?

De ComfoAir PRO ventilatie-unit heeft alle kwaliteiten van een energiezuinig ventilatiesysteem zoals aangegeven in het EPB-kwaliteitskader. Op vlak van elektrisch vermogen, warmterugwinning en type motoren scoort dit systeem D meer dan uitstekend.

  • ComfortAir PRO heeft voldoende sterke motoren om een opvoerhoogte van 330 m³ bij 170 Pa en 300 m³ bij 200 Pa te garanderen. Het max. opgenomen vermogen bedraagt 51 Watt/fan (= rekenwaarde methode 2). De unit haalt een rendement van 85% bij 325 m³/h, met constant flow regeling en een bypass.
  • ComfortAir PRO heeft van alle vergelijkbare toestellen het laagst opgenomen vermogen van 51 W/fan. Bij toepassing van rekenmethode 3 (meting in situ) daalt dit verbruik nog meer. Het opgenomen vermogen weegt in de EPB-berekening zwaarder door dan het thermisch rendement.
  • ComfortAir PRO laat, bij toepassing van rekenmethode 3, dikwijls al toe het vooropgestelde E-peil te realiseren (zonder vraagsturing). Hierdoor zijn in veel gevallen extra investeringen om het E-peil te verminderen zoals de installatie van CO2-sensoren niet nodig. En dat heeft dan weer een gunstig effect op de totaalinvestering.

Kortom, de ComfortAir PRO beantwoordt volledig aan alle eisen die door de EPB aan een goed ventilatiesysteem worden gesteld.

Nog vragen? Bel ons gerust.

Algemeen verzoek

+32 (0) 15 28 05 10
MyZehnder-portaal

Profiteer van voordelen op ons MyZehnder-portaal. Log in met uw bekende toegangsgegevens of registreer u voor de eerste keer.

 

MyZehnder Support Center